BLOG
14-03-2016
994. Paris
Vier dagen en drie nachten in Parijs doorbrengen met een vrouw die je niet zo heel goed kent, kan op twee manieren uitpakken: het wordt een grandioze mislukking of een fantastische ervaring. Iets daartussenin kan natuurlijk ook, maar daar doe ik niet aan: iets is of geweldig of helemaal ruk. Mijn tripje naar Parijs met de vrouw die ik niet zo heel goed kende, was een grandioze ervaring.
Maar eerst even over Parijs. Mensen, ga er weer eens naartoe, want het is en blijft een betoverende stad. Ik wist dat natuurlijk, maar ik was het een beetje vergeten. Of laat ik het zo zeggen: ik wist dat Parijs een weergaloos mooie stad is, maar ik had niet direct de behoefte om die pracht en praal weer eens met eigen ogen te bekijken. Maar nadat Parijs vorig jaar was getroffen door de barbaarse terreuraanslagen begon het te kriebelen; ik wilde heel graag weer eens naar Parijs - om de stad een hart onder de riem te steken (veel mensen durven niet meer naar Parijs) en om te kijken hoe het met de stad gaat. Dus toen stomtoevallig en tot mijn grote geluk een vrouw me vroeg of ik zin had met haar naar Parijs te gaan, hoefde ik daar slechts een halve seconde over na te denken: oui!
Het goede nieuws: Parijs is nog altijd Parijs. Waar je ook kijkt, overal is er die jaloersmakende schoonheid. Beter nieuws: volgens mij gaat het heel goed met Parijs, want de stad leeft, bruist, glanst. De terrasjes zitten vol, de wijn vloeit, de vrouwen roken. Het beste nieuws: de Parijzenaars zijn veel vriendelijker dan ik me herinner en - echt waar - ze doen hun stinkende best om Engels te spreken. Sommige Parijzenaars kunnen het zelfs. Wat mij best wel goed uitkwam, want ik dacht dat mijn Frans redelijk oke was, maar toen ik eenmaal Frans moest lullen, viel dat toch even vies tegen.
Mijn reisgenote en ik hadden van tevoren afgesproken dat we gigantisch de toerist gingen uithangen en dat hebben we gedaan ook. De Eiffeltoren, het Louvre, de Sacre-Coeur, de Notre-Dame, Pont Neuf, Pere Lachaise, de Champs-Elysees, de Arc de Triomphe, Centre Pompidou, Le Marais, de HEMA (knap druk daar), Parc de Belleville, Place de Vosges, Cafe de Flore, Saint-Germain-des-Pres, Pigalle, Moulin Rouge, Quartier Latin, Canal Saint-Martin, Holybelly, de Bataclan, Charlie Hebdo - we zijn er geweest, we hebben het gezien. Alle dagen knalden we kriskras met de metro door alle wijken, pijn in de kont van het vele lopen. (Volgens de stappenteller op de iPhone van mijn reisgenote: 30 duizend stappen per dag.) Uiteraard hebben we crepes gegeten en vin rouge gedronken. Mijn reisgenote begon op z'n Frans 's middags al met de wijn, ik wachtte tot het donker werd - ik ben nou eenmaal een Hollandse softie.
Hartstikke leuk, hoor ik jullie denken, maar hoe ging het met de vrouw die je amper kende? Terechte vraag, zeer terechte vraag, waar ik dan ook een zeer terecht antwoord op zal geven: het ging fantastisch. Het klikte aan alle kanten, we raakten niet uitgepraat, we vonden dezelfde dingen leuk en afschuwelijk. We werden zelfs op hetzelfde tijdstip wakker en konden allebei geen lekker drukje doen, omdat de wc in onze hotelkamer te hoog hing.
Het was bijna eng hoe soepel alles verliep. Van tevoren hadden we afgesproken dat we, als we daar zin in hadden, er alleen opuit zouden gaan, maar dat is niet gebeurd: we waren dag & nacht samen. Soms moest ik mezelf even in mijn rechterbal knijpen, om te checken of ik niet droomde - het ging gewoon te goed, we hadden te veel lol. Maar ik droomde niet; we waren toch echt samen in Parijs. Een paar keer betrapte ik me op de gedachte dat ik hier alleen met haar wilde zijn, en met niemand anders.
Toen we afscheid namen op het station zoenden we elkaar vaarwel. We zullen elkaar nooit meer zien.